Schilderij slag in de Javazee (vervolg fase 3)

Het centrale sub-onderwerp van het schilderij is Hr.Ms De Ruyter. Het vlaggenschip van Doorman. Ik heb als referentie gebruik gemaakt van een schaalmodel, vele foto’s en een algemeen plan van het schip. Vanwege de grote afmetingen van het schilderij (en dus van het geschilderde schip) was het belangrijk om voldoende documentatie te hebben. Vele details moesten immers volledig uitgewerkt worden.
Gedurende de periode van de Slag in de Javazee was het schip uitgerust met z.g. Carley liferafts, die langsscheeps waren vastgesnoerd.
Tevens waren er extra bordessen op het brughuis geplaatst t.b.v. de verbindingsdienst.
Er zijn weinig foto’s van het schip bekend, waarop het is uitgerust met het camouflage schema. De Marine gebruikte voor de schepen in Nederlands Indië een van de Europese kleur afwijkende groen/grijze kleur. Voor de donkere gedeelten van het camouflage schema gebruikte men de deze kleur, die gemengd werd met zware stookolie.
Op de foto’s is te zien dat het schip een vrij verweerde indruk maakte.
Dit heb ik dan ook zo geschilderd.
De 40mm mitrailleurs op het luchtafweerdek waren voorzien van enorme pantserschilden, om de bemanningen te beschermen tegen luchtaanvallen.
De waterbeweging rondom de romp van een 25 knopen varende kruiser wijkt sterk af van die van een modern oorlogsschip. (De schepen hadden een ander rompvorm).
Op foto’s van de naoorlogse kruisers (met een vergelijkbare blok-coëfficiënt) is te zien dat het golfpatroon lang en strak langs de huid liep. Ter hoogte van de midscheeps trad een verlaging op om vervolgens ter hoogte van het achterschip, vanwege de verminderende waterverplaatsing omhoog te komen.
De verneveling van de boeggolf trad op rond de 30 knopen en is dus door Maarten niet geschilderd.
Het was van belang om goed de plaats van de slagschaduwen te bepalen op het water en deze met de golfbewegingen rond de romp mee te laten lopen.
Het schaalmodel bood uitkomst door een sterke studiolamp op ongeveer 20 graden links voor het model te plaatsen, dat op golvend karton was geplaatst.
Na nieuwe inzichten over het verloop van de zeeslag te hebben verkregen kwam ik (met een aantal deskundigen, die mij van feedback voorzien) tot de conclusie dat het geschut van De Ruyter omstreeks 17:09 uur gebakst stond op 50 graden en niet op 90 graden, zoals het aanvankelijk was ingeschilderd. Dit moest dus opnieuw worden ingeschilderd. Een tijdrovend klusje, dat echter naar tevredenheid gelukt is. De volgende stap is het afwerken van een aantal punten, die aangepast moeten worden, de achtergrond en de water partijen.

Hieronder een link naar de uitgebreide blog op de website van het Marinemuseum.

Onlangs is deze blog met extra informatie aangevuld. 

Fase 3 | Marinemuseum